Wachten op het feest – Stadsarchief Delft

Wachten op het feest

12 mei 1945

De bevrijding hangt al dagen in de lucht als op 4 mei 1945 om 21 uur het verlossende bericht klinkt. De Duitse bezetters zullen de volgende ochtend om 8 uur de wapens neerleggen. Hoewel de avondklok nog geldt, stromen Delftenaren ’s avonds meteen de straat op, aldus de Delftse onderwijzer Anton F. Koenraads in zijn dagboek. In het centrum komt hij spontane optochten tegen van zingende en juichende stadgenoten. Koenraads keert terug naar huis om samen met de buren een paar flessen wijn open te trekken. Laat wordt het niet, want ‘we willen morgen vroeg op’ om feest te vieren.

Gevoelens in toom houden
Ver voor 8 uur staat de Markt al stampvol. Hier en nu moet het feest gaan beginnen! Na een paar uur stroomt de Markt leeg… bij het stadhuis is niets gebeurd en er hangen ook geen vlaggen uit. De geruchten zwellen aan: er zijn nog Duitsers in de stad en het is niet duidelijk of zij Oranjevierders bestraffen. Koenraads geeft het ook op. Onderweg naar huis passeert hij het Kringhuis van de NSB op de Choorstraat dat gesloopt en geplunderd wordt. ‘Toen ben ik maar naar huis gegaan. De pret was eraf.’
Tussen de middag spreekt minister-president Pieter Sjoerds Gerbrandy op Radio Oranje het land toe: ‘Landgenooten, gij zijt vrij!’ Maar ook dan ontstaat er geen massaal volksfeest. Het wachten is op de officiële capitulatie. De Duitsers erkennen de bovengronds gekomen verzetsgroepen niet, gebundeld in de Binnenlandse Strijdkrachten. Zij wachten op de geallieerden om bij hen de wapens in te leveren. Feestvieren wordt ook niet aangemoedigd. De Delftse verzetskrant Veritas is er ondubbelzinnig over: ‘Met den meesten klem dringen wij eropaan, dat de bevolking haar gevoelens in toom houdt.’

Vlag in top
In de loop van zondag 6 mei stroomt de Markt weer vol. Het lijkt erop dat de capitulatie nu werkelijk aanstaande is en dat na 16 uur de vlag op het stadhuis gehesen mag worden. Als deze inderdaad in top gaat, komen ook de laatste voorzichtige Delftenaren naar buiten. Iets na 17 uur rijdt een auto met burgemeester Gerard van Baren en zijn echtgenote de Markt op. Op het bordes leest de sinds 1941 door de Duitsers uit zijn ambt ontheven burgemeester een proclamatie voor. Vrijwel niemand verstaat wat hij zegt, iedereen juicht en zingt. Ook Koenraads is weer naar de Markt gekomen. Hij hoort alleen de belangrijkste zinsnede: ‘Wij zijn vrij.’ Later in de krant kan iedereen teruglezen wat Van Baren verder heeft gezegd. Misschien vreest hij ongeregeldheden door de festiviteiten? Hij besluit zijn toespraak in ieder geval met de woorden: ‘Het bevelen zijn wij moe, ik vráág u: gedraagt u zich rustig.’

Lovely tour
Die zelfbeheersing hebben de Delftenaren nodig, want de volgende dag wachten ze weer tevergeefs op de geallieerden. Het is pas op dinsdag 8 mei dat de eerste Engelsen de stad in rijden – en ook meteen weer vertrekken. Zij hebben de verkeerde afslag genomen, zij zijn onderweg naar Den Helder. Kort daarna rollen dan toch de Canadese troepen met tanks en jeeps de stad in. Deze mannen van de 48th Highlanders of Canada hebben twee jaar lang in Italië gevochten. Ook voor hen is de intocht een welkom sluitstuk. Veritas interviewt een zekere Jack, ‘kerngezond, bruinverbrand, sympathiek gezicht’ die vertelt over de ‘lovely tour’ vanuit Apeldoorn door steden en dorpen met juichende Nederlanders. Dat is in Delft niet anders. De Canadezen komen met hun voertuigen nauwelijks vooruit. Ze worden ‘omstuwd, bewonderd en aangestaard als vertegenwoordigers van een exotisch menschenras’.

Verstekelingen
Als ’s avonds de meeste mensen hun huis opzoeken, treft mevrouw Wubben uit de Graswinckelstraat de 9-jarige Machiel Gouderiaan op straat aan. Hij is ’s morgens vroeg als verstekeling op een Canadese auto uit Den Haag meegereden, maar kan nu niet meer terug naar huis. De politie krijgt hun Haagse collega’s niet te pakken. Machiel blijft een nachtje bij mevrouw Wubben en gaat de volgende dag terug naar Den Haag. De Delftse politie heeft het druk met vergelijkbare gevallen. In de dag- en nachtrapporten van 8 en 9 mei staan liefst zeven jongens, tussen de 9 en 18 jaar oud, die zoek zijn. De meeste jongens duiken in de loop van de nacht weer op, de laatste pas op 10 mei. Zijn ouders zijn vast in alle staten, maar de 15-jarige Jan Reijgersberg heeft na afloop vermoedelijk wel het beste verhaal voor zijn vrienden: Hij is ‘met de Canadeezen naar Renkum’ geweest.
Zo’n uitstapje is gevaarlijker dan hij waarschijnlijk beseft. De Duitsers hebben gecapituleerd, maar door onduidelijkheden over en weer vallen er die eerste dagen nog slachtoffers. Daarover meer in het Bevrijdingsbulletin van 19 mei 1946: Gesneuveld in het machtsvacuüm.

Dit verhaal is gebaseerd op informatie uit:

Meegenieten met het feest?
Herman Schilte filmde onder meer de intocht van de Canadezen (inv.nr 133614) en Willem de Lange legde de bevrijdingsfeesten vast: deel 1 en deel 2 (inv.nr 252284 ) (https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/deed.en).

foto Trouw: Collectie bibliotheek Stadsarchief Delft foto bevrijdingsfeest op de Markt: Van der Reijken (TMS 92720)]

Ga hier naar alle Bevrijdingsbulletins.

Zelf onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog in Stadsarchief Delft?

Inloggen