Vergelding – Stadsarchief Delft

Vergelding

25 mei 1946

Kort na middernacht op 19 mei klinkt een harde knal aan de Molslaan. De zaak van bakker Van Tol op nummer 125 staat vol rook. Er wordt gedacht aan kortsluiting, totdat agenten de restanten van een explosief vinden. Iemand heeft een Engelse handgranaat door de winkelruit gegooid. De schade valt gelukkig mee en er raakt ook niemand gewond.

Eigen rechter
Het is het gesprek van de dag, want zulk geweld is Delft niet gewend. Na de eerste schrik komen de speculaties. Iedereen denkt wel te weten waarom de granaat is gegooid: het is een daad van vergelding. De eigenaar van de zaak zat tijdens de oorlog bij de NSB. Jan van Tol werd in mei 1945 als collaborateur opgepakt en is onlangs vrijgelaten. Nu zijn straf erop zit heeft hij als vrij man zijn brood- en banketbakkerswinkel aan de Molslaan heropend.
Eigen rechter spelen doet denken aan de eerste dagen na de bevrijding. Toen gingen verschillende ruiten aan diggelen en trokken jongemannen de stad door om zogenoemde ‘moffenkledders’ publiekelijk aan de schandpaal te nagelen. Voormalige NSB’ers worden nu nog wel eens nageroepen, maar fysieke confrontaties komen eigenlijk niet meer voor. Delftenaren vermijden soms een bepaalde winkel of ze gaan in de kerk liever naast iemand anders zitten, maar over het algemeen blijft de onvrede binnenskamers.

Engelse handgranaat, zoals bij bakker Van Tol naar binnen werd geworpen. (Achterhoeks Museum 1940-1945)

‘Jodengedoe’
In de aanloop naar de eerste herdenking krijgt de politie verschillende verzoeken van bewoners om toezicht te houden; ze zijn bang dat de ruiten ingegooid worden of dat de vrouwen weer kaalgeknipt worden als onderdeel van de festiviteiten. De politie belooft een extra oogje in het zeil te houden. Het lijkt erop dat niet iedereen zich zorgen maakt over de mening van zijn stadsgenoten. Eind april is er een opstootje rondom Van Tol die van zich laat horen als hij ergens te traag geholpen wordt. Volgens omstanders provoceert hij met de woorden: ‘Begint dat Jodengedoe en vooroorlogsche zootje zich weer te roeren? Ik neem dat niet en dan zullen wij onze maatregelen wel nemen!’
In Veritas verbaast N. Landerson zich over de ‘arrogantie en dreiging’ van deze man, die sinds kort uit gevangenschap terug is. De auteur van de ingezonden brief is ongetwijfeld oud-BS’er en gemeenteambtenaar Niek Sanderson. Mogelijk heeft de krant zijn naam verkeerd gespeld, het is niet waarschijnlijk dat hij onder een schuilnaam beklag doet. Sanderson schrijft vaker naar de krant in zijn strijd tegen onrecht en misstanden. Hij vindt het een schande dat Van Tol zo’n hoge toon aanslaat. Het is al wonderbaarlijk dat de bakker weer een autovergunning heeft en een telefoonaansluiting, terwijl nog zoveel andere mensen daarop moeten wachten.

Wie is slachtoffer?
Een dader wordt op 19 mei niet gepakt, maar de kans bestaat dat Sanderson de handgranaat door de winkelruit gooit. Hij kan de kwestie niet loslaten, daarin gesteund door de algemene opinie dat Van Tol zich koest moet houden en dankbaar mag zijn dat hij ‘dankzij de verdraagzaamheid van ons volk’ hier kan blijven wonen. Iedereen herinnert zich de honger in de laatste oorlogsjaren, terwijl brood en banket voor Duitse klanten in overvloed over de toonbank gingen. Veel Delftenaren vinden dat Van Tol er ‘maar weer goedkoop’ vanaf gekomen is.
Dat alles neemt niet weg dat Van Tol slachtoffer is van een illegale actie. Hij woont met zijn gezin boven de bakkerij, het is maar goed dat de handgranaat relatief weinig schade aanricht – de aanslag had veel ernstiger kunnen aflopen. Het is wrang dat de kwestie een goede maand later, op 23 juni, alsnog dramatisch uit de hand loopt.
Weer klinkt er op zaterdagavond rond middernacht een harde knal op de Molslaan, nu vóór bakkerij Van Tol. Sanderson licht zwaargewond op straat, naast zijn fiets. Onderzoek wijst uit dat hij het slachtoffer is van een ontplofte Duitse steelgranaat. Het lijkt erop dat hij de granaat door de ruit van de bakkerij wilde gooien, maar dat deze aan het stuur van zijn fiets bleef haken. Toegestroomd publiek reageert de frustratie af op de winkelruit van de bakkerij, waar alsnog een fles melk doorheen gaat. Voor Sanderson is het te laat. Hij overlijdt aan zijn verwondingen in het Oude en Nieuwe Gasthuis; hij laat een vrouw en vier kinderen na.

De ene familie rouwt, de andere familie vraagt politiebescherming aan. En dat terwijl de rest van de stad zich opmaakt voor een week lang feest. Daarover meer in het volgende en laatste Bevrijdingsbulletin van 1 juni 1946: Een passend slot.

Dit verhaal is gebaseerd op informatie uit:

  • De Prinsestad, voor orde, recht en opbouw. Orgaan van de Vereeniging van oud-politieke gevangenen te Delft, 25-5-1946
  • Veritas, mededelingenblad voor Delft en omstreken, 26-4-1946, 20-5-1946 en 24-6-1946
  • Archief 575. Gemeentepolitie
    o 370. Correspondentie, nr 2440
    o 642. Dag- en nachtrapporten, 3-5-1946, 4-5-1946 en 18-5-1946

Vergelding lijkt iets voor de eerste dagen na de bevrijding, als onder meer een ruit bij deze kapperszaak wordt ingegooid. (Fotodienst Binnenlandse Strijdkrachten Delft, NIOD)

Ga hier naar alle Bevrijdingsbulletins.

Zelf onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog in Stadsarchief Delft?

Inloggen
Share
Tweet
Share