Een boot van Boot

Heel wat schepen zijn voor het eerst te water gelaten in de Delftse Schie. Aan de Rotterdamseweg zitten rond 1900 verschillende werven, onder meer de in 1981 door Dirk van Dien vastgelegde Scheepswerf Boot.

Hendrik Boot vestigt zich in 1856 aan de Schie op het adres Rotterdamseweg 466. Zijn zoons Jacobus en Cornelis nemen het roer over en na hen komen kleinzoons Willem en Hendrik. De scheepswerf heeft altijd een goed gevulde orderportefeuille. Dat is geen wetmatigheid, want de nabijgelegen werf De Toekomst moet in 1922 de deuren sluiten en Firma G. Timmer en Zoon ontsnapt in 1940 ternauwernood aan een faillissement.

Firma Boot ontspringt de dans en gaat in 1987 over naar telgen uit een andere scheepsbouwfamilie: de broers Jan en Frans Bocxe. Scheepswerf Bocxe legt zich toe op het repareren en verbouwen van schepen. Het maken van schepen is te duur geworden in Nederland. De mannen hechten aan de geschiedenis van het overgenomen bedrijf. Machines uit vroeger tijden blijven zo lang mogelijk in gebruik en het papieren geheugen van Boot gaat naar het Stadsarchief.

De ruim tweehonderd archiefstukken geven een uniek beeld van decennia varend erfgoed. Tot de oudste stukken behoren de grootboeken vanaf 1884 met vermelding van de financiële transacties voor nieuwe en gerepareerde schepen. Het register van opgeleverde boten toont voor de jaren tussen 1922 en 1960 minutieus welke schuiten op de helling liggen, wat de schade is en hoe de schepen weer opgelapt worden. Kenners kunnen in het zogenoemde werfboek (1949-1952) nagaan welke werkzaamheden verricht zijn.

Zelfs wie geen enkele technische kennis bezit, kan de sfeer proeven van de werven. Kunstenaar Arthur Tutein Nolthenius maakt omstreeks 1950 een serie tekeningen in de werkplaatsen van de naburige scheepswerf van Firma G. Timmer en Zoon.

Arthur Tutein Nolthenius, Tekeningen van Scheepswerf Timmer aan de Rotterdamseweg 404-406, ca. 1945-1955 (TMS 3486/3487/3488)