Vluchtelingenbeleid – Stadsarchief Delft
Bladzijde uit een rekening van de secretarie met betaling van poortergeld, 1594 (Archief 1, inv.nr 733)

Bladzijde uit een rekening van de secretarie met betaling van poortergeld, 1594 (Archief 1, inv.nr 733)

8 maart 2024:

Vluchtelingenbeleid

Guilliaem Verbaeck uit Ieper, Jan Cornelisz van Brugge, Leenert Jansz van Hasselt. Op het eerste gezicht is er niet veel bijzonders aan dit rijtje nieuwe poorters en hun borgen dat de stadssecretaris in 1594 maakt. Maar er gaat een pijnlijk verhaal achter schuil.

De Opstand van de Nederlanden tegen Spanje verjaagt heel wat mensen van huis en haard. Zowel Spaanse soldaten als huurlingen in Nederlandse dienst worden vaak slecht betaald. Omdat zij toch moeten eten en drinken, plunderen zij naar hartenlust. Veel bewoners van het platteland zoeken daarom een veilig heenkomen in ommuurde steden. Delft is in de jaren 1573-1575 een stad vol vluchtelingen uit de naaste omgeving. Opgeheven kloosters en zelfs de Nieuwe Kerk worden gebruikt voor de huisvesting van mensen en hun vee. Na het ontzet van Leiden op 3 oktober 1574 druipen de Spanjaarden geleidelijk af en wordt de oorlog voortgezet buiten Hollands grondgebied. Het platteland is weer veilig genoeg om te worden bewoond en de stad stroomt leeg.

Tien jaar later komt een nieuwe vluchtelingenstroom op gang. De Spanjaarden boeken successen in de Zuidelijke Nederlanden en veroveren in 1585 zelfs Antwerpen. Veel Vlamingen met protestantse sympathieën besluiten uit te wijken naar het Noorden, dat zich definitief aan het Spaanse gezag lijkt te hebben ontworsteld. De Delftse burgemeesters voeren een bijzonder terughoudend toelatingsbeleid. Misschien zijn zij bang dat onder de nieuwkomers veel militante calvinisten zijn die de broze rust in de stad zullen verstoren. Of dat zij een te zware belasting vormen voor de armenkas, die het toch al zo zwaar heeft. Maar als blijkt dat de immigranten in andere Hollandse steden juist een geweldige impuls voor de stedelijke economie vormen, draait ook Delft bij en gaan de poorten wijder open. Te laat en zonder al te veel succes, zo blijkt. Terwijl in Leiden, Haarlem en Amsterdam meer dan de helft van de nieuwe poorters van Vlaamse herkomst is, blijft hun aandeel in Delft steken op zo’n 32%. Het is dus best bijzonder dat we in deze lijst van nieuwe poorters drie zuiderlingen op een rijtje zien staan.

Inloggen
Share
Tweet
Share