Liefde in het archief
Speciaal voor Valentijnsdag delen we vandaag een liefdesgedicht uit het archief. Het gedichtje komt uit het familiearchief Van Berckel uit het dossier van het huwelijk tussen de latere burgemeester Henricus (Hendrik) van Berckel (1783-1862) en Gijsberta Maria Albertina van der Kun (1786-1872). Het is geschreven door Hendrik maar het gedicht was waarschijnlijk niet van zijn hand. Het huwelijk is in 1808 gesloten, het gedicht is vermoedelijk één of twee jaar ouder.

Gedichtje uit het familiearchief Van Berckel (Archief 464, inv.nr. 157)
Transcriptie liefdesgedicht
Wanneer de min in d’ ogen speeld
En ider blik uw blikje teeld
Wanneer in elke warme zugt
De ziel na’t zuchtend liefje vlugt
Wanneer de min den boezem jaagd
D’ontsloten mond een antwoord vraagt
wen ’t zachtst gelispel word verstaan,
Geen fluisterwoordjes ’t oor ontgaan
Wanneer de liefde ’t al bespraakt
De leden tot haar tolken maakt
Wen alles teken is en doel
Voor het vertederend gevoel
Zeg, heeft de liefde dan geen taal
Schoon ‘t haar aan pen of klanken faale?