Kleding op de bon – Stadsarchief Delft

Kleding op de bon

11 augustus 1945

‘Voor iets goeds naar Bervoets’ is jarenlang de leus van de riante kledingzaak op de Boterbrug, hoek Wijnhaven. Dat gaat nu niet op. De lege etalages vertellen genoeg: er is in augustus 1945 niets te krijgen. Die aanblik is voor de Delftenaren inmiddels vertrouwd, want kleding is al sinds 12 augustus 1940 op de bon – een triest lustrum deze week. En verbetering is nog lang niet in zicht.

Kledingzaak Bervoets op de Boterbrug met lege etalages, 1945

Distributie
De overheid probeert met distributie de schaarse middelen goed te verdelen. Ieder gezin krijgt textielkaarten, maar die zijn al snel waardeloos. Er is gewoonweg niets te koop, dan heeft het ook geen nut om bonnetjes uit te knippen en in te leveren. De meeste textielbedrijven werken tijdens de bezetting wel door, maar leveren verplicht aan Duitsland. Het vervaardigen van uniformen voor de Wehrmacht heeft voorrang. Aan het eind van de oorlog is er door tekorten aan grondstoffen en kolen schaarste aan vrijwel alles: van textiel en schoenen tot aan papier en zeep.
Als er iets beschikbaar komt, staat het in de krant. Wie nog bonnen heeft, snelt dan naar het uitdeelpunt om daar in een vaak lange rij aan te sluiten. Zodoende is het op 2 augustus toch weer een keer druk bij Bervoets: het Nederlands Volksherstel deelt die ochtend textielgoederen uit. Zo druk trouwens dat er politieassistentie nodig is. Een week later is er weer een lichtpuntje: gezinnen die bestaan uit vader, moeder en ten minste zeven inwonende ongehuwde kinderen kunnen in aanmerking komen voor één paar damesschoenen en een japonnetje voor één van de grotere dochters.

Sokken van touw
De schaarste maakt noodgedwongen creatief. Kinderen groeien letterlijk uit hun schoenen – zeker als de neuzen eruit geknipt worden. Niemand kijkt ook meer op van een broek die gemaakt is van een overgordijn of van schoenen met houten plankjes als zolen. De Delftse puber Herman van Scheepen schrijft over kousen gebreid van stukjes touw: ‘Er zat totaal geen rek in die rotsokken, ze zakten je steeds tot over de schoenen en warm waren ze ook al niet.’ In Delfgauw voelt Ina Molenaar zich de koning te rijk als kort na de bevrijding een Engelse vliegenier een paar plakken chocolade naar beneden werpt. Haar moeder is vooral verguld met de wollen sjaal waarin de chocolade verpakt is: ze haalt hem meteen uit om er met andere restjes wol een trui van te breien. Dat is weer eens iets anders dan het ondergoed dat ze van uitgewassen meelzakken maakt.

Te ruil
Marktplaats is er niets bij. Veritas plaatst dagelijks tientallen mini-advertenties waarin particulieren spullen te ruil aanbieden. Ouders met opgroeiende kinderen hopen dat andere gezinnen hen uit de brand kunnen helpen, zoals Dukker van de Bieslandsekade: ‘2 paar lage kinderschoenen maat 20 en 23 ruilen voor maat 27’. Of een moeder uit de Sint Olofslaan die haar eigen garderobe aanbiedt om haar zoon te kleden. Ze wil een zwarte damesjapon ruilen voor een jongensjekker. Er gaat niet alleen maar kleding over en weer. Begin juli biedt de familie Klumperman ‘een in prima staat zijnde wringer’ aan voor een paar lage herenschoenen, maat 44. En wie juist wel nog schoenen heeft, kan altijd proberen er een nóg schaarser goed voor te krijgen, zoals een bewoner uit de Gasthuislaan doet: ‘Tabak gevraagd in ruil voor ’n paar hooge nieuwe heerenschoenen.’

Vissersnetten
In augustus stijgt de spanning. De kranten berichten over de textieldistributie die weer op gang komt. Ook blijken er nog wat voorraden in fabrieken te liggen die buiten het zicht van de Duitsers zijn gehouden. Het zijn echter niet meer dan druppels op een gloeiende plaat. Veritas rekent voor dat er 45.000 ton kolen per maand nodig is om de textielindustrie weer goed op peil te krijgen; er is nu 5.000 ton toegewezen. Als je daarbij meetelt dat er transportbanden nodig zijn voor de fabrieken, netten voor de vissersvloot en filterdoeken voor de suikerindustrie, dan is duidelijk dat de gemiddelde Delftenaar nog lang kan wachten op een goedgevulde kledingzaak.

Niet alleen burgers kampen met textielschaarste, ook politieagenten dragen tot op de draad versleten uniformen. Als er hulpagenten worden aangesteld, krijgen die dan ook enkel een armband. Daarover meer in het Bevrijdingsbulletin van 18 augustus 1945: Hulppolitie.

Dit verhaal is gebaseerd op informatie uit:

  • De bevrijding volgens ooggetuigen. 45 persoonlijke verhalen van Zuid-Hollanders (Provincie Zuid-Holland 2020)
  • Ellen ter Hofstede, Sjouk Hoitsma en Maydy de Jong (red.), Kleding op de bon. Kleding- en textielschaarste in Nederland 1939-1949 (Assen 1995)
  • Veritas, mededelingenblad voor Delft en omstreken, 16-6-1945, 7-7-1945, 11-7-1945, 10-8-1945, 15-8-1945 en 28-8-1945 (www.delpher.nl)
  • Archief 575. Gemeentepolitie
    o 641. Dag- en nachtrapporten, 2-8-1945

Bonnen zijn nodig voor alle mogelijke producten (464 Familie Van Berckel, inv.nr 728)

Ga hier naar alle Bevrijdingsbulletins.

Zelf onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog in Stadsarchief Delft?

Inloggen