
Documenten over de inzameling van geld voor het loskopen van Anthony Noortbergen (Archief 1, inv.nr 2074)
Voorjaar 1693. Langs de Delftse grachten loopt Lijsbeth Noortbergen, op zoek naar mensen die haar willen helpen. Haar zoon Anthony is vorig jaar uitgevaren op het fregat Egidius van de Rotterdamse reder Dominicus Cramer. Maar toen het schip vertrok uit Malaga, werd het overvallen door zeerovers uit Algiers, die losgeld vragen voor de bemanning. De burgemeesters hebben Lijsbeth gemachtigd om geld in te zamelen voor het vrijkopen van haar zoon. Zij heeft een boekje bij zich, waarin mensen kunnen noteren hoeveel zij willen bijdragen als de onderhandelingen slagen.
Elk jaar worden duizenden mensen gevangen genomen door zogenaamde Barbarijse zeerovers, genoemd naar de Berbers die de noordkust van Afrika bevolken. Zij worden verkocht als slaaf of geruild voor losgeld. Er zijn veel voorbeelden van mislukte reddingsacties, ook in Delft. In 1678 is geld opgehaald voor het vrijkopen van Elisabeth van Hurk. Toen de onderhandelingen werden geopend, bleek zij inmiddels te zijn weggeschonken als slavin. Het losgeld werd bestemd voor het vrijkopen van een andere Delftenaar, Johannes de Goede, maar in 1685 werd het teruggestuurd. Hij bleek niet meer in Algiers te zijn en was onvindbaar.
Lijsbeth laat zich niet ontmoedigen door zulke trieste verhalen. Tientallen mensen verklaren zich bereid haar te helpen. In haar boekje staan de namen van bekende Delftenaren, zoals Antonie van Leeuwenhoek en organist Dirk Scholl.
Vier jaar later lijkt de vrijkoop op handen. Lijsbeth krijgt van de burgemeesters toestemming om het geld te gaan ophalen. Zij gaat weer op pad, langs alle mensen die geld hebben toegezegd. Zo’n 750 gulden draagt zij af aan de stadssecretaris, waarna de burgemeesters er nog honderd gulden bij doen. Dan begint het wachten op het bericht dat het losgeld kan worden geruild voor de gevangene. Maar het blijft stil, maandenlang, zelfs jarenlang. Tot uiteindelijk in 1702 het bericht komt dat Anthony is overleden. Waarom het misging, is onduidelijk.
Nu het geld niet meer nodig is voor de vrijkoop van Anthony, moet het worden teruggegeven aan de schenkers. Sommigen hebben het zelf niet nodig: er zijn 25 briefjes bewaard van mensen die de burgemeesters verzoeken om het geld aan Lijsbeth te geven. Uiteindelijk ontvangt zij bijna tweehonderd gulden, maar zij had ongetwijfeld veel liever haar zoon teruggekregen.