De keizer van de Gasthuislaan – Stadsarchief Delft
Reglementen van de buurten Brabantse Turfmarkt (Archief 161, inv.nr 1701, f. 606, 1625), Molslaan (Archief 598, inv.nr 636, 1620) en Gasthuislaan (Archief 598, inv.nr 635, 1611).

Reglementen van de buurten Brabantse Turfmarkt (Archief 161, inv.nr 1701, f. 606, 1625), Molslaan (Archief 598, inv.nr 636, 1620) en Gasthuislaan (Archief 598, inv.nr 635, 1611).

1 december 2023:

De keizer van de Gasthuislaan

Buurtverenigingen hebben een lange geschiedenis, die ten minste terug gaat tot de zestiende eeuw. Ze zijn er niet alleen voor de plezierige kanten van het leven: ze regelen ook onderlinge bijstand in droevige omstandigheden en ze hebben soms zelfs een rol in de ordehandhaving.

In Utrecht en Leiden bestaan nog omvangrijke archieven van heel oude buurtverenigingen, compleet met ledenregisters, besluitenlijsten en jaarrekeningen. Hier in Delft moeten we het doen met een enkele glimp van hun bestaan. Er zijn alleen een paar reglementen uit het begin van de zeventiende eeuw overgeleverd.

Het eerste dat opvalt, is dat de buurtverenigingen ontzettend klein zijn. Zo stellen twaalf bewoners van een stukje van de noordzijde van de Gasthuislaan in 1611 statuten vast. De buurtvereniging van de zuidzijde van de Molslaan is misschien wat groter, maar het reglement uit 1620 noemt helaas geen aantal. Slechts elf leden ondertekenen in 1625 het reglement van de vereniging van de westzijde van de Brabantse Turfmarkt, en dan nog alleen het stukje tussen de Molstraat en de Jacob Gerritstraat. Als alle verenigingen maar zo’n klein gedeelte van de stad bestrijken, moeten er vele tientallen zijn geweest.

Het reglement van de Gasthuislaan is het meest uitvoerig. De helft van de twaalf leden heeft een bestuursfunctie met een imposante naam. De voorzitter wordt ‘keizer’ genoemd, daarnaast zijn er een schout, een burgemeester, een schepen, een secretaris en een bode die de contributie van een stuiver per week int. Van tijd tot tijd wordt een gezamenlijke maaltijd georganiseerd, het vrolijke hoogtepunt van het buurtleven. Maar waar het natuurlijk echt om gaat, is de onderlinge hulp en bijstand door het jaar heen. Die komt het duidelijkst tot uiting als er iemand overlijdt. Dan dragen de twee naaste buren de dode naar buiten, waarna zij hem samen met twee andere buren naar de kerk brengen. Het is een teken van solidariteit binnen de buurt en bespaart de nabestaanden de kosten van beroepsdragers.

Een belangrijke functie is ook het bewaren van de lieve vrede. Ruzies mogen niet zomaar voor het stedelijk gerecht worden gebracht. Eerst moet de keizer, de schout of de burgemeester van de vereniging op de hoogte worden gesteld. Die kan dan een poging ondernemen om de zaak in der minne te schikken – tegenwoordig noemen we dat ‘mediation’. Wie deze gelegenheid tot bemiddeling onbenut laat, verbeurt tien stuivers. Een man die zijn vrouw slaat, moet zes stuivers betalen. Slaat zij terug, dan betalen zij samen twaalf stuivers. De boetes gaan in de pot, waaruit de jaarlijkse buurtmaaltijd wordt betaald. Zo is huiselijk geweld nog ergens goed voor.

Inloggen