
Menu ter gelegenheid van de opening van het Laboratorium voor Technische Physica, 1930. (Archief 433 inv.nr 102)
De breukgrens van knappende radijsjes en een opslorpingsproef met ingedikte elektrolyten. Deze gangen staan in 1930 op het menu van een uitgelezen gezelschap dames en heren. Zij houden een etentje ter gelegenheid van de opening van het Laboratorium voor Technische Physica aan de Kanaalweg. Sinds 1928 is het mogelijk op de Technische Hogeschool het diploma van natuurkundig ingenieur te behalen, nu is er ook een uit de kluiten gewassen laboratorium beschikbaar.
De menukaart zit in het persoonlijk archief van Bram van Heel (1899-1966), ook wel de ‘vader van de technische optica in Nederland’ genoemd. Hij studeert natuurkunde in Leiden en volgt colleges aan het Institut d’Optique te Parijs. Aantekeningen van deze lessen zitten ook in het archief. Vanaf 1925 werkt hij aan de Technische Hogeschool in Delft waar hij zich steeds meer toelegt op optisch onderzoek. Van Heel verspreidt zijn kennis ook buiten de laboratoria en is onder meer betrokken bij de oprichting van de N.V. Optische Industrie ‘De Oude Delft’. Het eveneens Delftse bedrijf Nonius, dat precisieapparatuur vervaardigt, klopt ook bij Van Heel aan.
De ‘culinaire handleiding voor technische physici’ op deze menukaart doet denken aan een studentikoze maaltijd. Bij de derde gang hebben de tarbotfilets een ‘saus die golfmechanisch uitgesmeerd’ wordt en voor de vierde gang staat de ‘temperatuurmeting’ van gloeiende aardappelen op de kaart. Wie de menukaart omdraait, ziet echter allerminst een jongensachtig gezelschap.
Handtekeningen van de disgenoten laten zien wie deelneemt aan deze jolige maaltijd. Onder vele anderen zijn dat de hoogleraren Marc de Haas, Henk Berend Dorgelo, Cornelis Zwikker en Adriaan Fokker, natuurkundige en neef van vliegtuigbouwer Anthony Fokker. De crème de la crème van het natuurkundig wetenschappelijk onderzoek zit daar aan tafel, of – om in studentikoze termen te blijven – een club van supernerds.