Het kan niet alle dagen feest zijn – Stadsarchief Delft
Concept voor de aanstellingsakte van Sibrand Jacobszoon tot koster van de Oude Kerk, 25 maart 1457 (Archief 435, inv.nr 85)

Concept voor de aanstellingsakte van Sibrand Jacobszoon tot koster van de Oude Kerk, 25 maart 1457 (Archief 435, inv.nr 85)

Lijst van bid- en vastendagen, 1573-1605; op 18 oktober een dankdag voor de victorie bij Neoportum ofwel Nieuwpoort (Archief 445, inv.nr 387)

Lijst van bid- en vastendagen, 1573-1605; op 18 oktober een dankdag voor de victorie bij Neoportum ofwel Nieuwpoort (Archief 445, inv.nr 387)

24 maart 2024:

Het kan niet alle dagen feest zijn

Het lijkt zo’n simpel klusje, het klaarleggen van de ‘ornamenten’ ofwel de gewaden van de priester voor de mis. Maar Sibrand Jacobszoon, die op 25 maart 1457 wordt benoemd tot koster van de Oude Kerk, weet wel beter. Er zijn liefst zeven categorieën kleding, al naar gelang de plechtigheid die wordt gevierd. Van ‘die alrebeste ornamenten’ op Pasen, Pinksteren en Kerstmis tot ‘dat rode ornament’ op gewone zondagen – en van alles daartussenin. En dan moet Sibrand ook nog weten of hij het hoogaltaar helemaal of slechts voor de helft moet opendoen, welk altaarkleed hij moet uitspreiden, welke relieken moeten worden uitgestald en hoeveel vanen en kruizen hij moet neerzetten.

De kerkelijke kalender kent in die tijd liefst zestig hoogtijdagen. Natuurlijk viert men feesten ter ere van Christus en Maria, maar ook van de twaalf apostelen, van Sint-Maarten, de patroonheilige van het bisdom, en van Sint-Hippolytus, de patroonheilige van de Oude Kerk. Daarnaast komen er minder bekende heiligen aan bod, zoals Pancratius, Servatius, Lebuïnus en Gertrudis. Op al die dagen mag niet worden gewerkt. Dat lijkt mooi meegenomen, maar lang niet iedereen is daar blij mee. Veel mensen werken tegen stukloon, dus een dag niet werken betekent een dag niets verdienen. En wie een bedrijf met personeel heeft, laat dat ook liever doorwerken. In 1525 beperkt de bisschop het aantal feestdagen enigszins. Zo worden Kerstmis, Pasen en Pinksteren teruggebracht van vier naar drie dagen en vervallen enkele heiligendagen, maar het totaal daalt nauwelijks.

De Reformatie brengt in dit opzicht een heuse revolutie teweeg. Als de calvinisten het in 1572 in Delft voor het zeggen krijgen, wordt de heiligenverering uit de kerk en het dagelijks leven verbannen. Het is gedaan met al die dagen die ‘in ijdelheijt’ worden doorgebracht, er kan en moet worden doorgewerkt. Alleen heel af en toe wordt een vrije dag afgekondigd om te vasten en tot God te bidden of hem te danken voor bijzondere gunsten. De eerste is op 24 juni 1573, als wordt gebeden voor het belegerde Haarlem. Tevergeefs: drie weken later moet de stad zich overgeven aan de Spanjaarden. Maar gelukkig is er ook af en toe reden voor een dankdag, bijvoorbeeld als prins Maurits de overwinning boekt die iedereen zelfs nu nog kent: 1600 Slag bij Nieuwpoort.

Inloggen