
Prent van het Vrouwenoproer door Matthäus Merian uit een in 1674 gedrukte Duitse kroniek (TMS 216124)
Je zou het niet zeggen als je naar deze prent kijkt, maar de rellen die hier zijn afgebeeld, speelden zich in 1616 af in Delft. Nou is de afbeelding gemaakt door een Zwitserse graveur, een flink aantal jaren na de gebeurtenissen, dus dat het stadsbeeld niet erg getrouw is weergegeven, is wel verklaarbaar. Maar dat het er heet aan toeging, staat wel vast.
Het gaat om het zogenaamde Vrouwenoproer. In 1616 voert het stadsbestuur een aantal maatregelen in om de kas te spekken. De vlam slaat in de pan als per 1 augustus ook de belasting op het malen van graan wordt verhoogd. Het duurder maken van eerste levensbehoeften treft iedereen en komt dus hard aan. Enkele vrouwen die hun gemalen graan komen ophalen bij een molenaar aan de Geerweg, weigeren de hogere accijns te betalen voor maalwerk zij al voor de ingangsdatum hebben besteld. Zij gaan verhaal halen bij de verantwoordelijke autoriteiten. Met een ketel als trommel en een schort als vaandel trekken zij naar het stadhuis. Zij krijgen niemand van het stadsbestuur te spreken en druipen ’s avonds onverrichterzake af, maar wel met de dreigende belofte morgen terug te komen.
De volgende ochtend is het al vroeg onrustig op de Markt. Winkeliers houden hun nering gesloten. De accijnshuisjes achter het stadhuis, waar de belastingpachters zitting houden, worden kort en klein geslagen. Ook mannen mengen zich nu in de strijd. Zij gooien ruiten van het stadhuis in en bekogelen de nog aanwezige bestuurders. Die blijven niet op hun post uit dapperheid, maar omdat zij bang zijn te worden gelyncht als zij proberen te vluchten. Zij luiden de alarmklok om de schutters op te roepen, maar die krijgen de kans niet eens te Markt te bereiken. Enkelen raken onderweg gewond en één schutter vindt zelfs de dood. De bestuurders beseffen dat hun positie hopeloos is. Zij kunnen niet anders dan de gehate maatregelen intrekken en amnestie beloven voor de oproerkraaiers.
Intussen is het nieuws van de rellen doorgedrongen in Den Haag. Frederik Hendrik komt met een legertje naar Delft, ontzet het stadhuis en herstelt de orde. Nu het stadsbestuur zich veilig weet, durft het enkele van de gedane concessies in te trekken. Maar de verhoging van de graanaccijns is definitief van de baan. In plaats daarvan wordt de wijnaccijns verhoogd – die treft hoofdzakelijk de rijken.