4800 Behoeftige nazaten – Stadsarchief Delft
Getekend portret van Clara van Sparwoude, naar een schilderij in de Oude Kerk (TMS 77613)

Getekend portret van Clara van Sparwoude, naar een schilderij in de Oude Kerk (TMS 77613)

13 maart 2024:

4800 Behoeftige nazaten

‘Mijn moeder is getrouwd in 1926 en viel net buiten de boot’, schrijft een mevrouw in 2013 enigszins spijtig op een stamboomforum op internet. Tientallen mensen vertellen in hetzelfde ‘draadje’ over voorouders die ooit wel een huwelijksuitkering hebben gekregen uit het Fonds Clara van Sparwoude. Het Stadsarchief Delft bezit het antwoord op alle vragen over deze intrigerende stichting.

Clara van Sparwoude trouwt in 1556 met Arend van der Meer, secretaris van Delft. Het echtpaar woont aan de Oude Delft, tegenover de Nieuwstraat. Zij hebben zelf geen kinderen, maar zetten zich wel volop in voor het welzijn van de jeugd. In 1578 worden zij een van de drie eerste regentenechtparen van het Meisjeshuis. Arend ziet toe op de financiën, Clara op de opvoeding van de kinderen en de huishouding. Het eerste meisje dat in het tehuis wordt opgenomen en het in 1589 op haar achttiende verlaat, kreeg een betrekking in hun huishouden. Bovendien schenkt Clara jaarlijks 300 gulden aan het Fraterhuis in de Schoolstraat om twee jongens in staat te stellen theologie te gaan studeren in Leiden.

In 1598, twee jaar na het overlijden van Arend, sticht Clara bij testament een fonds waaruit behoeftige nazaten van haar familieleden een gift kunnen ontvangen als zij trouwen. Het gaat om afstammelingen van een zuster en een oom van haar moeder, en van een halfbroer en een halfzuster uit het eerste huwelijk van haar vader. Het testament wordt van kracht na Clara’s dood in 1615 en de Delftse Weeskamer gaat het fonds beheren. Naarmate de familie uitwaaiert, groeide de administratie tot enorme proporties.

Aanvankelijk bedragen de uitkeringen 100 tot 300 gulden, maar vanaf 1813 nog maar 25 gulden. Het aantal aanvragers wordt groter, de spoeling dunner. In 1860 neemt het ministerie van Financiën het fonds over. Een ambtenaar heeft een dagtaak aan de administratie tot het fonds in 1922 wordt opgeheven. Na een oproep in het Staatsblad, gericht aan behoeftige, getrouwde nazaten, melden zich zo’n 4800 mensen. Zij ontvangen elk ongeveer 100 gulden. De administratie verhuist terug naar het Delftse archief. Generaties stamboomonderzoekers doen al hun voordeel met de tienduizenden persoonsgegevens in deze genealogische goudmijn.

Inloggen