
Grafiek van het aantal tonnen in de stad, 1923-1948 (Archief 653, inv.nr 3088)
Deze grafiek komt uit een hoofdpijndossier van Openbare Werken. Hij laat zien hoeveel poeptonnen er nog zijn in Delft. De lijn is dalend, maar stokt eind 1948 op 1402 tonnen. Juist die laatste primitieve voorlopers van de wc blijken hardnekkig. Het dossier loopt nog bijna dertig jaar door.
Delft loopt in 1870 voorop met het tonnenstelsel. Bewoners huren een ton om daarin alle poep en pies op te vangen. Gemeentewerkers brengen tweemaal in de week een nieuwe, lege ton langs. Het is een belangrijke hygiënische maatregel, want bewoners lozen hun fecaliën hierdoor niet meer in de gracht. Een volgende stap in de strijd tegen vervuild water is de aanleg van een volwaardig rioleringsnetwerk, iets waar de gemeente in 1928 mee start. Het effect is direct zichtbaar in de grafiek. Verwacht wordt dat eind 1939 de laatste ton kan worden opgehaald. Bij een volgende evaluatie moet de verwachting worden bijgesteld naar eind 1948. Dat wordt niet gehaald, er zijn dan nog 1402 tonnen. Er staat geen prognose bij, maar na oplevering van het rioleringsnetwerk in 1953 moet de gemeente toch van die laatste vermaledijde poeptonnen af kunnen komen!
Niets blijkt minder waar. Veel woningen met poeptonnen staan op de nominatie om gesloopt te worden of zijn zelfs al onbewoonbaar verklaard. Niemand wil daarin investeren, ook de gemeente niet. Afbraak en sanering laten echter jaren op zich wachten. Een klein aantal woningen blijft in deze vicieuze cirkel hangen. Het worden er langzaamaan wel steeds minder: in 1968 passen de adressen op één A4. Het Achterom en het Herenpad sluiten de rij. Daar verdwijnen in 1974 de laatste tonnen. Eindelijk kan de gemeente een punt zetten achter dit ooit zo vernieuwende systeem. Waarschijnlijk sluit een ambtenaar van Openbare Werken op dat moment ook met veel plezier dit dossier: dat mag opgeborgen worden in het Stadsarchief.