
Anneloes Groot, Aquarel van de lopende band waarop potten pindakaas van Calvé van een deksel worden voorzien, 2005. (TMS 133605) CC-BY-SA-NC
Wie Calvé zegt, zegt pindakaas. Als de Delftse fabriek in 1948 met de productie start, kent nog niemand dit broodbeleg. Calvé heeft op dat moment twee grote panden: de Mengvoederfabriek en de Oliefabriek. Er rollen dagelijks kratten vol met allerlei producten van de lopende band, pindakaas is slechts één van die producten.
Het Stadsarchief bewaart veertien grote stapels ‘tariefopstellingen’, lijsten met heel precies de fabriekswerkzaamheden uitgeschreven per product. Het is een poging de werkprocessen zo snel en gestandaardiseerd mogelijk uit te voeren. De opsommingen geven een nauwgezet beeld van wat een werknemer in die jaren achter de lopende band doet. Neem de koekjesraper die in 1948 koekdozen van 25 kilo moet vullen:
– Lege doos uit de koker voor pakgoot leggen;
– 4 rijen van 16 koekjes van band nemen en in pakgoot leggen;
– 8 x 20 koekjes in doos schuiven, doos op weegschaal plaatsen;
– doos op gewicht brengen en naar paktafel dragen.
En dan weer van voor af aan totdat er 100 dozen gevuld zijn. Als het goed is, doet de koekraper daar exact 93 minuten over – anderhalve minuut per doos. Verandert er iets in het proces, dan komt er een nieuwe tariefopstelling. Met de tientallen producten die Calvé aflevert, van opfokvoer en tomatenketchup tot bakpoeder en pudding, geven die lijsten een levendige inkijk op de fabrieksvloer waar dan ruim 1000 arbeiders rondlopen.
Tot in de jaren zestig worden deze tariefopstellingen uitgetikt en bijgehouden. Dan herziet Calvé de hele organisatie en gaan olie, veevoer en levensmiddelen uit elkaar. Als de nieuwe levensmiddelenfabriek aan de Wateringseweg in 1969 opent, zorgt moderne apparatuur voor een gestroomlijnde productie. Het menselijk aandeel aan de lopende band neemt steeds verder af. Na de eeuwwisseling werken er niet meer dan 200 mensen bij Calvé. Toch is de schok groot als Unilever – de nieuwe baas – de productielijn in 2008 nog verder rationaliseert. De poort sluit en de pindakaas rolt voortaan in de Rotterdamse margarinefabriek van de lopende band.