Brandenboeken

Is het een schoorsteenbrand, een kleine binnenbrand of een grote uitslaande brand? Het zijn drie van de acht categorieën die de Delftse brandweer hanteert in de eigen administratie. In de zogenaamde ‘brandenboeken’ noteren de brandweermannen gedetailleerd wanneer zij uitrukken.

Het Stadsarchief bezit acht brandenboeken over de periode 1932 tot 1972. Al bladerend stuit je op klein en groot leed, van geschroeide gordijnen tot een volledig uitgebrande keuken. En vrijwel altijd is er waterschade. Geruststellend is de categorie ‘gerucht’. De brandweer rukt regelmatig voor niets uit. Buurtbewoners ruiken onder meer onraad bij een walmend petroleumstel of in een met zwaveldamp gedesinfecteerde kamer. Soms is er wel vuur, maar is een beginnend brandje al door omstanders gedoofd. De andere categorieën lopen op in zwaarte: schoorsteenbrand, buitengewone brand, scheepsbrand, kleine binnenbrand, grote binnenbrand, kleine uitslaande brand en grote uitslaande brand.

De laatste categorie kent in 1937 maar één vinkje, op 28 mei. De heer A. van Oosten van fotozaak AVO aan de Koornmarkt 46 slaat om 9.40 uur alarm vanwege een kleine binnenbrand op de tweede verdieping. Drie minuten later komt er een nieuw bericht: de brand is groter dan gedacht. De brandweer rukt uit met de Plunger, ofwel de kleine motorspuit. Het is lastig om de vuurzee te bestrijden en al snel wordt ook de Magirus, de ladderwagen, opgeroepen. Terwijl de vensters kapot springen en de vlammen uit de zolder slaan, proberen omstanders nog inventaris uit de fotowinkel te redden. Om 11.00 uur volgt het sein ‘brand meester’ en een half uur later zijn de brandweerlieden terug op hun post.

Van fotozaak AVO is dan niet veel meer over. Deze verhuist naar Oude Langendijk 1a, waar zoon W.F. van Oosten na verloop van tijd de zaak overneemt. Het is dezelfde zoon die in 1937 met zijn fototoestel in de aanslag de brand verslaat.