
Ontwerp voor een wapenbord van de hoge vierschaar van Delfland door Jan Notemans, 1761 (TMS 69407)
Wie tegenwoordig ‘Delfland’ hoort of leest, denk meteen aan het hoogheemraadschap. Dat is vóór 1811 niet zo vanzelfsprekend. Tot dat jaar bestaat er namelijk ook een baljuwschap Delfland, ook wel de hoge vierschaar genoemd. Dit is een regionale rechtbank die de hoge rechtspraak uitoefent over de omgeving van Delft.
De plaatselijke gerechten in Maasland, Schipluiden, Pijnacker, Nootdorp en andere dorpen mogen alleen overtredingen beboeten. Wie daar een misdrijf begaat waarop lijfstraf of verbanning staat, moet voor het baljuwsgerecht verschijnen. Dat zetelt sinds het eind van de zestiende eeuw in de Waterslootsepoort. In een van de machtige torens is de gevangenis van de baljuw gevestigd. De rechtszaal bevindt zich in de speciaal hiervoor vervaardigde opbouw.
In de kerk van Maasland hangen wapenborden uit 1726 en 1761 die afkomstig zijn uit deze rechtszaal. Ze worden in 1824 door de laatste baljuw van Delfland aan de kerk geschonken. Het Stadsarchief bezit de ontwerptekening van het jongste wapenbord, gemaakt door Jan Notemans. In het midden is de gruwelijke geschiedenis afgebeeld van de Perzische koning Cambyses, die een corrupte rechter laat villen. Diens zoon moet vervolgens plaatsnemen op de rechtersstoel, die is bespannen met de huid van zijn vader.
Bovenin de lijst prijkt het wapen van de hoge vierschaar van Delfland, met links het wapen van Holland en rechts dat van stadhouder Willem V. Verder zien we de wapens van de dertien welgeboren mannen die recht moeten spreken, afkomstig uit de dorpen die onder het baljuwschap ressorteren. Linksboven staat het wapen van baljuw Hendrik van der Dussen en middenonder dat van secretaris Adriaan van Assendelft. Beiden behoren tot de elite van de stad Delft, die via het baljuwschap haar invloed op het omliggende platteland kan laten gelden.