De mond van de hel – Stadsarchief Delft
Christus redt zielen uit de mond van de hel. Houtsnede uit Fasciculus mirre, in 1517 gedrukt in Delft. (Bibliotheek)

Christus redt zielen uit de mond van de hel. Houtsnede uit Fasciculus mirre, in 1517 gedrukt in Delft. (Bibliotheek)

Colofon op de laatste bladzijde van Fasciculus mirre, in 1517 gedrukt in Delft. (Bibliotheek)

Colofon op de laatste bladzijde van Fasciculus mirre, in 1517 gedrukt in Delft. (Bibliotheek)

3 januari 2024:

De mond van de hel

Omstreeks 1500 beleeft de katholieke devotie hoogtijdagen. In Delft kunnen meer dan honderdvijftig priesters een goedbelegde boterham verdienen dankzij de talloze missen en andere plechtigheden die in kerken en kapellen worden georganiseerd. Binnen de stadsmuren staan behalve een begijnhof en een zusterhuis liefst negen kloosters, net erbuiten liggen nog Koningsveld, Sion en het kartuizerklooster. Samen tellen deze instellingen vermoedelijk zo’n achthonderd religieuzen, ongeveer vijf procent van de Delftse bevolking.

Dit enorme aantal ‘professionals’ is alleen maar mogelijk als er voldoende draagvlak en dus offervaardigheid is onder de gelovigen. En dat is er in deze tijd volop, mede dankzij een diepgewortelde angst voor het Laatste Oordeel. Als Christus aan het einde der tijden terugkomt op aarde, zal hij de mensen immers verdelen in de goeden die naar de hemel gaan en de onverbeterlijke slechteriken die eeuwig zullen branden in de hel. Maar er bestaat volgens de opvattingen van die tijd ook een tussencategorie: het vagevuur. Hier ondergaan de zielen van de overledenen die niet naar de hel hoeven, de straf voor hun zonden voordat zij de hemel in mogen. De duur van het onvermijdelijke verblijf in het vagevuur kan al tijdens het leven worden bekort door zoveel mogelijk goede werken te doen. Iedereen die het zich kan permitteren is lid van een religieuze broederschap, schenkt bij leven en in zijn testament royaal aan armen, kerken en kloosters en bestelt zielmissen tijdens en na zijn uitvaart.

Vroomheid wordt beoefend tijdens openbare bijeenkomsten, zoals kerkdiensten en processies, maar ook door gebed en meditatie in de beslotenheid van het eigen huis. Er zijn talloze hulpmiddelen in omloop om deze privédevotie vorm te geven of de concentratie te bevorderen. Dat varieert van prentjes uit het leven van Christus of Maria, al dan niet met een gebed eronder, tot volledige boekwerken. Een heuse bestseller is Fasciculus mirre, in het Nederlands ‘een bundeltje mirre’. Een van de eerste edities komt in 1517 in Delft van de pers van Hugo Jansz van Woerden aan de Langendijk. Mirre is een kruidige geurstof die symbool staat voor lijden en dood. De teksten in dit boek gaan dan ook vooral over het leven en sterven van Christus, want zijn dood aan het kruis wordt gezien als de ultieme boetedoening voor de zonden van de mensheid. Dankzij dit offer is er hoop: gewapend met het kruis kan Christus zielen redden uit de mond van de hel.

Inloggen
Share
Tweet
Share