Dichter-ondernemer Perk

Het Stadsarchief bezit verspreid over de collectie tientallen gedichten. Dit ene vers springt er toch uit omdat het van J.C. Perk is. Niet van de beroemde Jacques Perk die met zijn romantische sonnetten furore maakt, maar van zijn oom: Jacobus Clemens Perk (1818-1868).

Jacobus groeit op in Delft in een rijk en intellectueel koopmansgezin. Een van zijn jongere zusjes ontpopte zich als feministe en schrijfster: Betsy Perk. De familie is hervormd en bezoekt trouw de Waalse kerk. Zijn gedichten ondertekent hij met zijn verfranste naam, Jacques Clement. Dit rijm over het afgraven van de stadsvesten lijkt niet in druk te zijn verschenen. In 1848 plaatst De Gids wel een van zijn andere gedichten over Delft: ‘Daar waar met schril gerekt geluid, de stoomkracht langs de veste fluit.’

De verleiding is groot om Jacobus als tere dichtersziel in de geschiedenisboeken bij te schrijven. In het Stadsarchief duikt hij echter ook op andere plekken op: in de krant én in het politiearchief. Jacobus blijkt een slimme ondernemer. Als koopman richt hij in 1850 de onderlinge brandwaarborgmaatschappij Archimedes op. De brandverzekering is speciaal bestemd voor fabrikanten die met hun risicovolle panden nauwelijks bij gewone verzekeraars terecht kunnen. Gedichten van Perk zijn er niet meer uit deze jaren. Zijn hoofdberoep is nu assuradeur.

Het gaat Archimedes voor de wind, ondanks de felle concurrentie op de verzekeringsmarkt. Ritselaars proberen ook een graantje mee te pikken. In 1858 ligt F. Verschuren van brandwaarborgmaatschappij De Adelaar onder vuur; het openbaar ministerie waarschuwt voor zijn praktijken. Perk ziet er een goede reclamestunt in en verspreidt dit bericht. Het levert hem een aanklacht wegens laster op, waarvan hij overigens wordt vrijgesproken. Het verklaart wel waarom hij niet alleen in de bibliotheek maar ook in het politiearchief komt bovendrijven.