
Tabakzakje ter gelegenheid van 50 jaar onafhankelijkheid, 1863 (TMS 61885)
Sinds 2016 staan er afschrikwekkende foto’s op pakjes sigaretten, bedoeld om het roken te ontmoedigen. Het Stadsarchief heeft ook veel tabaksverpakkingen, alleen staan daar juist aantrekkelijke plaatjes op. Bedoeld om het roken te stimuleren.
Delft kent lange tijd een levendige tabaksindustrie. Gerrit Hillen krijgt in de achttiende eeuw als een van de eersten in Nederland een vergunning om sigaren te verkopen, een nieuw luxeartikel. De sigaar komt voor steeds meer mensen binnen bereik. Enerzijds omdat werknemers aan het eind van de negentiende eeuw meer te besteden krijgen. Anderzijds omdat firma Hillen met zijn sigarenfabriek in de Pepersteeg, nu Peperstraat, aan de grote vraag kan voldoen. Honderden arbeiders zorgen ervoor dat sigaren van de eigen merken Rood-Anker en Delftsche Post het hele land door gaan.
Al die tijd blijft ook de gewone pijptabak in trek. Arbeiders die niets voelen voor zo’n chique sigaar of die er het geld niet voor hebben, kopen losse zakjes tabak. En dat doen ze massaal. De binnenstad herbergt veel tabaksfabriekjes, sigarenmakers en snuifverkopers: Dersjant en Schilte in de Jacob Gerritstraat, Draijer en Jedeloo aan de Oude Langendijk, Van der Spek aan de Brabantse Turfmarkt en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Met zoveel keuze moet de klant een beetje geholpen worden. Handelaars laten de tabak verpakken in bedrukte zakjes met daarop vaak hun eigen winkelpand en het adres. Wie al meer bekendheid geniet, kan uitpakken bij speciale gelegenheden zoals de viering van vijftig jaar koninkrijk. Daar hoort een passend rokertje bij. Roken is tenslotte goed tegen stress en je krijgt er energie van. Dat er ook gezondheidsrisico’s aan kleven, gaat er bij de tabaksindustrie niet in. Zij maken hun verpakkingsmateriaal gewoonweg nog zo aantrekkelijk mogelijk.