Lettersnijders – Stadsarchief Delft
Titelpagina van het Nieuwe Testament, gedrukt door Cornelis Hendriksz Lettersnider in 1524. (Bibliotheek)

Titelpagina van het Nieuwe Testament, gedrukt door Cornelis Hendriksz Lettersnider in 1524. (Bibliotheek)

Colofon op de laatste bladzijde van het Nieuwe Testament, gedrukt door Cornelis Hendriksz Lettersnider in 1524. (Bibliotheek)

Colofon op de laatste bladzijde van het Nieuwe Testament, gedrukt door Cornelis Hendriksz Lettersnider in 1524. (Bibliotheek)

5 februari 2024:

Lettersnijders

Omstreeks 1520 dringen de ideeën van de Duitse kerkhervormer Maarten Luther door in Holland. Vooral onder intellectuelen slaan zij aan en de regering is benauwd dat zij verder worden verspreid. En wie zijn degenen die daarvoor het best zouden kunnen zorgen? Juist, schoolmeesters en geestelijken, mensen die voor de klas of op de kansel staan. Frederik Hondebeke bijvoorbeeld, rector van de Latijnse School in Delft, die de katholieke kerk openlijk bekritiseert. In 1525 wordt hij daarvoor gearresteerd en opgesloten in de Gevangenpoort in Den Haag. Pas na openbare boetedoening komt hij op vrije voeten. Datzelfde jaar krijgen de kapelaans van het Oude Gasthuis aan de Koornmarkt, het Sint-Jorisgasthuis aan het Noordeinde en de Sint-Corneliskapel aan de Buitenwatersloot een preekverbod.

Maar wie onrechtzinnige ideeën wil verkondigen, heeft ook andere, nieuwe middelen ter beschikking. Sinds enkele decennia kunnen boeken en pamfletten dankzij de drukpers snel en goedkoop worden vervaardigd. Delft is een grote stad, waar meerdere drukkers actief zijn, dus keus genoeg. Een van hen is Cornelis Hendriksz Lettersnider. Hij heeft het vak geleerd van zijn vader, Hendrik Pietersz uit Rotterdam. Die is beroemd als maker van stalen patrijzen waarmee gietvormen voor loden drukletters worden gemaakt – vandaar zijn achternaam. Hendrik drukt ook zelf, eerst in Antwerpen, dan in Rotterdam en vanaf 1508 in Delft, aan de zuidzijde van de Markt, vlakbij de Nieuwe Kerk. Zijn dochter Katrijn trouwt hier met Jan Lucas, een van de eerste Delftse schilders die we bij naam kennen.

In 1516 verschijnt het vroegst bekende werk van zijn zoon Cornelis. Die heeft een drukkerij bij de vismarkt, dus aan de Hippolytusbuurt. Ook hij ontwikkelt nieuwe letters, waaronder een heel opvallende, die hij in 1524 gebruikt voor deze Nederlandse vertaling van het Nieuwe Testament. Dat is niet het enige dat deze editie zo bijzonder maakt. Aan de afzonderlijke Bijbelboeken zijn prologen toegevoegd die getuigen van sympathie voor de nieuwe leer. Ze zijn anoniem, maar doen sterk denken aan de opvattingen die leven in de kring van Hondebeke. Zo wordt in het voorwoord op de brief van Paulus aan de Romeinen ronduit gesteld dat de mens alleen zalig kan worden door het geloof in Christus en niet door goede werken. Dat gaat lijnrecht in tegen de officiële leer van de katholieke kerk. Cornelis komt ermee weg, want hij is voor zover bekend nooit vervolgd wegens verspreiding van ketterse geschriften. Maar misschien is het geen toeval dat hij in een nieuwe vertaling in 1533 de prologen weglaat.

Inloggen
Share
Tweet
Share