
Het reglement voor Delfshaven, 1725 (Archief 1, inv.nr 417)
Delft weet Delfshaven eeuwenlang klein te houden. Alleen bedrijvigheid die direct te maken heeft met scheepvaart en visserij wordt toegestaan, om te voorkomen dat de stad welvaart zou verliezen aan haar satelliet aan de Maas. Als Delft in 1536 voor een groot deel afbrandt, gaan stemmen op om de stad te herbouwen bij het strategisch gelegen Delfshaven.
Het tegendeel geschiedt. In Delft moeten verbrande panden zoveel mogelijk worden herbouwd in steen en gedekt met pannen, om een herhaling van zo’n desastreuze stadsbrand te voorkomen. Tegelijkertijd wordt het de bewoners van Delfshaven verboden om huizen van hout, leem en riet te vervangen door steenbouw. Dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden – en die komen er ook: in 1591 brandt een groot deel van Delfshaven af. Pas dan wordt ook hier ‘verstening’ toegestaan, maar de beperkingen op de nering blijven grotendeels van kracht.
In 1602 wordt de VOC opgericht en dankzij het feit dat Delft beschikt over een eigen haven, kan de stad een belangrijke rol in de lucratieve handel op de Oost gaan spelen. Zo komen producten uit China, Japan, Indië en dergelijke in Delft terecht, waaronder het populaire porselein. Zonder Delfshaven zouden Delftse plateelbakkers vermoedelijk nooit hun zo beroemd geworden blauw-witte aardewerk ontwikkelen. Maar hoeveel Delft ook te danken heeft aan zijn haven, het restrictieve beleid blijft intact. In 1638 zijn tien bezitters van haringbuizen met samen zo’n veertig schepen het zat. Zij besluiten te verkassen naar Rotterdam, dat inmiddels ongeveer even groot is geworden als Delft.
Dit is het signaal voor het Delftse stadsbestuur om eindelijk de houding ten aanzien van de haven wat te versoepelen. Er verrijzen allerlei bedrijven, vooral in dienst van de scheepvaart, en later wordt de brandewijnstokerij een belangrijke bron van inkomsten. In 1725 krijgt Delfshaven zelfs een zekere autonomie. Het plaatselijke College van Commissarissen van de Wet mag voortaan schutters benoemen, niet-kerkelijke huwelijken voltrekken, boedels van weeskinderen beheren en beslissen over verzoeken tot vestiging of vertrek. Maar de Delftse koerswijziging komt te laat. In 1795 verklaart Delfshaven zich zelfstandig en in 1885 wordt het opgeslokt door wereldhaven Rotterdam.